Gespaard geld uitgeven vlak voor het jaareinde kan behoorlijk wat schelen. Niet alleen omdat je dan over het volgende jaar minder inkomstenbelasting hoeft te betalen (het vermogen per 1 januari van het volgende jaar is dan immers lager), maar het kan ook zijn dat je daardoor nét in aanmerking komt voor toeslagen.

Alle toeslagen, behalve de kinderopvangtoeslag, kennen namelijk een vermogenstoets. Soms kom je door geld uit te geven, net onder de vermogensgrens voor het aanvragen van toeslagen. Let erop dat je ook aan de andere voorwaarden voor het ontvangen van de toeslag moet voldoen. Of je aan de voorwaarden voldoet check je snel met deze proefberekening toeslagen.

Vermogensgrenzen 2019:

Geen toeslagpartner Toeslagpartners
Huurtoeslag € 30.360 € 60.720
Zorgtoeslag € 114.776 € 145.136
Kind gebonden budget € 114.776 € 145.136

Vermogen
Heb je meer vermogen dan €30.360 (of als stel meer dan €60.720) Overweeg dan voordat je geld uitgeeft, of dit wel zaken zijn die je niet hoeft aan te geven in box 3, zoals auto’s, verbouwingen, meubels, zonnepanelen of vakanties. Een vakantiehuisje of aandelen kopen helpt niet, want die moet je wél aangeven in box 3. Als je aan het einde van een jaar grote uitgaven in het verschiet hebt, doe die dan nog dat jaar. Zo kan het je bijvoorbeeld ook geld schelen als je de zorgpremie voor het jaar 2019 in één keer betaalt voor het einde van 2018. Check bij je zorgverzekeraar wat de mogelijkheden en kortingen daarvoor zijn.
Let op: dat het overgemaakte geld ook echt door de bank is verwerkt voor 1 januari 2019. Betaal daarom ruim vóór 31 december 2018 om teleurstelling te voorkomen.

Schenken
Aan je (klein)kinderen mag je ieder jaar belastingvrij geld geven. Zij besparen daardoor later erfbelasting en zelf verlaag je je vermogen in box 3 (behalve bij minderjarige kinderen). De vrijstelling voor schenkingen aan kinderen bedraagt dit jaar per kind € 5.320. Geef je meer, dan moet je zoon of dochter (minstens) 10% belasting betalen.

Belasting terugvragen
In een jaar een laag inkomen verdiend en jonger dan de AOW-leeftijd? Dan is de kans groot dat je recht hebt op een teruggave van de betaalde belasting. Dit is ook mogelijk bij een andere inkomenshoogte ongeacht de leeftijd, bij benutting van fiscale aftrekposten (zoals bijv. eigen bijdrage ziektekosten, giften, scholingskosten, hypotheekrente, betaalde aanvullingen voor inkomensvoorzieningen) Dit moet binnen 5 jaar na afloop van het kalenderjaar. De termijn voor het indienen van de aangifte over 2013 eindigt dus op 31 december 2018. Je krijgt alleen belastinggeld terug als de teruggave meer dan de aanslaggrens bedraagt € 46 in 2018. Voor eerdere jaren is het één tot enkele Euro’s minder.

Huis (ver)kopen
Bezig een huis te kopen dat je (deels) met eigen geld betaalt? Probeer de koop en notariële levering dan voor het einde van het jaar te plannen. Dat vermogen hoeft dan niet meer opgegeven te worden in box 3.
In het tegenovergestelde geval – als je je woning binnenkort gaat verkopen en nog geen andere woning heeft – geldt dat je juist beter kunt aansturen op uitstel van de levering tot na de jaarwisseling. Dit loont vooral de moeite als er veel overwaarde en/of eigen geld in het huis zit. Het geld dat je overhoudt na verkoop van je huidige woning hoort bij het vermogen in box 3. Door pas na de jaarwisseling naar de notaris te gaan, betaal je hierover geen vermogensheffing.

Hypotheek extra aflossen
Overweeg een extra aflossing op je hypotheek om zo het vermogen in box 3 te verminderen In de hypotheekvoorwaarden staat hoeveel je jaarlijks boetevrij mag aflossen (meestal 10% of 20% van het oorspronkelijk leenbedrag.
Bestaat je hypotheek uit meerdere delen? Los dan zo mogelijk eerst af op het aflossingsvrije deel, dat is het meest gunstig. Bij enkele hypotheekverstrekkers kun je onbeperkt boetevrij aflossen als je dit doet met eigen geld.
Bij de Consumentenbond is meer te lezen over wanneer het verstandig is – of juist niet – om af te lossen op je hypotheek.